Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

zondag 22 september 2013

VOGELMOMENT TAPUIT

Oenanthe oenanthe, Tapuit, Northern Wheatear

 Tapuit vrouwtje in een lekker voorjaarsweitje
 
 Tapuit zoals je ze dus ook wel ziet, pikkend naar insecten
 
 Op de uitkijk, kenmerkende houding
 
 Ook weer op haar paaltje
 
 Mannetje tapuit
 
Deze keer aandacht voor de tapuit. In ons land is hij een broed- en trekvogel en is hij dus vanaf eind maart tot eind oktober in ons land waar te nemen. Als broedvogel komt hij voor in duingebieden, op de Waddeneilanden en nog wel op heide- en stuifzandgebieden in het oosten van het land. Helaas wordt hij echter steeds schaarser. Hij staat daarom niet voor niets op de rode lijst van bedreigde vogelsoorten. Dit jaar zijn in de Kennemerduinen nog maar 5 broedgevallen vastgesteld en in het duingebied bij Den Helder is de populatie met meer dan 40% teruggelopen. De terugloop wordt vooral toegeschreven aan de verruiging van de duinen en grote afname van de konijnenpopulatie als gevolg van sterfte. Hierdoor zijn er minder holen die kunnen dienen als nestelmogelijkheid voor de tapuit en de vegetatie wordt minder kaalgevreten. Omdat de tapuit een grondvogel is die op kaal terrein op insecten jaagt, verdwijnt daardoor de juiste biotoop voor hem en dreigt hij als broedvogel uit ons land te verdwijnen.
Zoals gezegd bouwt hij zijn nest vaak in verlaten konijnenholen en als die er niet zijn ook wel in een wegrottende boomstronk of gewoon op de grond onder een struik. Het legsel bestaat uit 6 of 7 eieren die gedurende twee weken door het vrouwtje worden bebroed. De jongen verlaten na ongeveer twee weken het nest.
De meeste kans om tapuiten te zien is tijdens de najaarstrek vanaf medio augustus tot eind oktober. Je ziet ze dan in het hele land redelijk veel in open terrein zoals bijv. weidegebieden. Vaak zie je ze voor je uit vliegen. Ze zijn niet echt schuw, maar als je iets te dichtbij komt dan vliegen zij weer wat verder. Dit kun je een hele tijd volhouden. De meeste tapuiten die je in het najaar ziet komen uit Scandinavië en zijn op doortrek naar de overwinteringsgebieden in Afrika.
In het voorjaar is hij meestal een van de eerste zomergasten en kun je hem vanaf begin maart tot eind mei redelijk waarnemen.
 
Ik wil iedereen die gereageerd heeft op mijn vorige blog daarvoor hartelijk danken. Reacties. opmerkingen of vragen worden zeer op prijs gesteld


donderdag 12 september 2013

VOGELMOMENT HOUTDUIF

Houtduif, Columba palumbus, Common Wood Pigeon

Houtduif, Columba palumbus, Common Wood Pigeon

 Op een hek in het buitengebied
 
 
In de bostuin
 

Deze keer aandacht voor de houtduif. De grootste en talrijkste in ons land voorkomende duif. Hij wordt wel verward met de stadsduif, die alleen in stedelijk gebied voorkomt, en de Holenduif, die minder talrijk is en meer gebonden is aan bos en buitengebied. De zware bouw en de twee witte vlekken in de nek zijn het meest kenmerkend voor de Houtduif.
Hij is vooral bekend van het gekoer dat al in de vroege ochtend te horen is. Het is het baltslied van het mannetje ( de doffer), dat niet door iedereen op prijs gesteld wordt gesteld. Daarnaast is het geklaag over “die duiven” soms niet van de lucht. Ze worden dan vooral geassocieerd met poep en geluidsoverlast.
Als je echter de moeite neemt om hem eens goed te bekijken blijkt het gewoon een mooie en interessante vogel te zijn.
Hij is zeer algemeen en je kunt hem zien in tuinen, parken, stedelijk gebied maar ook in het buitengebied, vooral in kleinschalig landbouwgebied en de daarbij horende bosgebieden.
Ondanks hun forse lijf, ze wegen bijna 1 pond, zijn het goede vliegers die behoorlijk wendbaar zijn. Het mannetje laat tijdens de balts mooie vliegshows zien. Hij vliegt omhoog waarbij hij kleppert met zijn vleugels en je ziet hem daarna in een zweefvlucht weer naar beneden komen. Dat wordt regelmatig herhaald en is prachtig om te zien.
Ze zijn de favoriete prooi van buizerds en haviken en soms ook van de sperwer. Men denkt vaak dat dat komt omdat ze log en zwaar zijn, maar het zijn juist goede vliegers. De werkelijk reden is hun omvang en spiermassa. Kortom een forse hap waarop je als roofvogel even kunt teren.
Hun voedsel is uitsluitend plantaardig en bestaat uit knoppen, bladeren, granen en mais. Hierdoor worden ze door akkerbouwers wel als plaag gezien. In stedelijk gebied eten ze allerlei aangeboden voedsel en uiteraard zaden die aangeboden worden in tuinen en op voedertafels.
Houtduiven maken een rommelig nest in een boom dat bestaat uit wat takken en twijgen. Er worden 1 tot 2 eieren gelegd die door beide ouders worden uitgebroed in ongeveer 17 dagen. De jongen worden in de eerste week gevoed met “duivenmelk” die uit de krop van de ouders komt. De jongen vliegen uit na ongeveer 32 dagen. Er zijn vaak twee tot drie legsels per jaar.
De in ons land broeden vogels zijn ook standvogels. In de winter zie je ze vaak in grote groepen op akkers in het buitengebied waar ze zich te goed doen aan oogstresten. Zij krijgen dan gezelschap van overwinteraars uit Noord Europa.
 
Graag bedank ik hierbij iedereen die gereageerd heeft op mijn vorige blog over de grote zilverreiger.
Jullie reactie wordt door mij zeer op prijs gesteld.


maandag 2 september 2013

Casmerodius albus, Grote zilverreiger, Great Egret


Grote Zilverreiger, foeragerend in het ondiepe water

 Beetje kleumend in de kou
 
 Stoer in de wind in de Workumerwaard
 
 In de beschutting van de rietrand
 
 Licht verscholen in de rietrand
 
Samen met de blauwe reiger. zie je goed de verschillen
Deze keer aandacht voor de grote zilverreiger. Een mooie grote en statige vogel die we steeds meer zien in ons land. Hij is iets groter dan de blauwe reiger en wat slanker en daardoor ook wat sierlijker. De Grote Zilverreiger komt in Europa vooral voor in het Middellandse Zeegebied en de gebieden rond de Zwarte Zee.
Voor 1977 was hij een zeldzame verschijning in Nederland en in ieder geval geen broedvogel. Vanaf 1977 zijn er broedgevallen gemeld in de Oostvaardersplassen, maar dat bleef beperkt tot enkele gevallen. Vanaf 1990 is het aantal sterk toegenomen en thans in 2013 is hij een vertrouwd gezicht langs meren, in rietvelden en natte weilanden in onder meer Friesland, het groene hart en Flevoland. De grootste broedpopulatie blijft echter geconcentreerd in de Oostvaardersplassen. In de overige gebieden is wel sprake van broedgevallen maar die blijven beperkt. Je  ziet hem daar  dus vooral buiten het broedseizoen. De aantallen nemen in het najaar ook toe door vogels uit Oost Europa. Op slaapplaatsen kan het aantal dan enorm oplopen. In de Biesbosch zijn meer dan 200 exemplaren geteld op een slaapplaats.
Grote zilverreigers broeden solitair of in kleine kolonies. Zij  broeden op de grond in rietvelden. Het nest wordt gebouwd van takken en riet, meestal dus met meerdere bij elkaar. Het legsel bestaat ui 3 tot 5 eieren die door beide ouders in ongeveer drie weken worden uitgebroed. De jongen verlaten na ongeveer 30 dagen het nest maar kunnen dan nog niet vliegen. Dat duurt nog circa drie weken.  Er is één legsel per jaar.
Nederlandse grote zilverreigers overwinteren hier ook en blijven redelijk dicht in de buurt van hun broedgebied. In strenge winters zullen met name de jonge vogels  zich wel wat meer naar het zuiden begeven.
Hij foerageert in ondiep water en op weilanden waarbij het voedsel bestaat uit vissen, amfibieën en insecten maar ook kleine zoogdieren zoals woelmuizen en mollen.