Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

vrijdag 25 juli 2014

VOGELMOMENT KLEINE KAREKIET

Kleine karekiet, Acrocephalus scirpaceus, Reed Warbler

Kleine karekiet op een paaltje: zo zie je ze weinig

 Het zijn behendige klimmers langs die rietstengels
 
Mooie brutale houding
 
Deze keer aandacht voor de kleine karekiet, een typische zomergast die hier vanaf april arriveert en uiterlijk oktober weer vertrokken is. Hij is vrij algemeen in zowel uitgestrekte als kleinere rietgebieden en met riet bedekte oevers mits de stengels in ondiep water staan, waardoor het wat moerassig is. Zijn karakteristieke zang die, met enige fantasie, lijkt op het roepen van zijn eigen naam ( het lijkt op karre-karre-kiet-kiet) is goed herkenbaar en zeker in het voorjaar in vrijwel alle natte rietgebieden hoorbaar. Het aantal broedparen in ons land wordt volgens SOVON geschat op 150.000 tot 250.000, maar dat zijn wel al wat oudere cijfers.
Je hoort hem eerder dan dat je hem ziet. Het is weliswaar geen schuwe vogel die zich vrij gemakkelijk laat zien maar als het wat waait houden ze zich vaak laag in het rietland op en krijg je ze niet te zien. In tegenstelling tot de grote karekiet, die helaas zeldzaam is geworden, is hij goed waar te nemen.
Zijn voedsel bestaat uit insecten die in de natte ruige, moerasachtige, rietgebieden meestal ruim voorhanden zijn. In zijn broedgebied kan hij verward worden met de rietzanger, maar die heeft een heel andere en meer gevarieerde zang en is goed herkenbaar aan iets meer streepjes in de vleugels en een opvallende lichte wenkbrauwstreep.
Het nest wordt gebouwd door het vrouwtje en bestaat uit een kommetje wat tussen rietstengels wordt vastgezet. Over het algemeen wat lager in het riet waardoor het goed verborgen is. Het legsel bestaat uit 3 tot 5 olijfkleurig gespikkeld groene eieren die door het vrouwtje in 9 tot 12 dagen worden uitgebroed. De jongen vliegen na 10 tot 12 dagen uit.
Na het broedseizoen trekken zij vanaf eind augustus tot in oktober weer naar hun overwinteringsgebieden in tropisch Afrika. Daarbij nemen zij een route langs de kust en vermijden daarmee dat de Sahara moet worden overgestoken wat een lange en zeer gevaarlijke tocht is.
Het blijft toch altijd weer verbazend dat zo’n klein vogeltje van circa 13 cm en een gewicht van 10 tot 16 gram twee maal per jaar zo’n tocht onderneemt.
 
Iedereen die gereageerd heeft op mijn vorige blog weer bedank daarvoor. Leuk dat ook de vlinders op prijs werden gesteld. Wellicht volgende keer weer.


vrijdag 11 juli 2014

VOGELMOMENT PROVENCE

Hop, Upupa epos, Hoopoe
Icarusblauwtje, Polyommatus icarus, Common Blue

Adonisblauwtje, Polyommatus bellargus, Adonis Blue
Groot geaderd witje, Aporia crataegi, Black-Veined White

Heideblauwtje, Plebejus argus, Silver Studded Blue
Kolibrievlinder, Macroglossum stellatarum, Hummingbird Hawk-Moth
Witband zandoogje, Brintesia circe, Great Banded Grayling

Tijdens de vakantie in de Provence wel vogels gezien maar, met uitzondering van de Hop, niet goed op de foto kunnen krijgen. De zwarte wouw, bijeneter en de grauwe klauwier bleven op gepaste afstand. Daarom de focus verlegd naar vlinders. Dat is ook heel leuk en dan komt de macrolens weer van pas. Daarom een vogelmoment dat niet alleen over de hop gaat, maar vooral over vlinders.
De hop was begin vorige eeuw nog een regelmatig broedvogel in ons land maar dat is tegenwoordig niet meer het geval. Tijdens de trek in voor/ en najaar wordt hij nog wel gezien maar ook dat zijn uitzonderingen. Hij is gedeeltelijk een trekvogel. Vooral de vogels die in het zuiden bivakkeren, blijven het gehele jaar in Europa en de bewoners van Midden Europa overwinteren in Afrika. Hij foerageert op kale grond of op grasland. Zijn voedsel bestaat uit grote insecten zoals bijv. krekels en kevers maar ook hagedissen en kikkers. Ook wormen, larven en andere bodeminsecten staan op het menu. Die wroet hij met zijn lange snavel uit de bodem.
Hij broedt vaak in boomgaarden of bosranden. Voor zijn nest gebruikt hij een boomholte of een holte in de grond. Het legsel bestaat uit 7 of 8 eieren die relatief snel in 15 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. De jongen vliegen na ongeveer 4 weken uit en worden dan nog enige tijd door beide ouders verzorgd.
Naast de Hop dus ook op vlinderjacht en ook daarvan een aantal leuke soorten kunnen vastleggen. Het is weer een aparte uitdaging om vlinders te spotten en op de foto te krijgen. In ieder geval zorgt het ervoor dat je weer heel anders naar de natuur kijkt en ook dat is weer een leuke ervaring, want er is heel veel moois als je het maar wilt zien. Het op naam brengen valt nog niet mee maar met behulp van de site van de vlinderstichting en wat boekwerkjes lukt het.
Voor het icarusblauwtje hoef je niet naar de Provence want die kun je overal in ons land aantreffen en dat geldt ook voor de kolibrievlinder en het heideblauwtje. Die laatste is wel wat schaarser en komt in het noord- oosten, zuiden en midden van het land voor.
Het groot geaderd witje en het adonisblauwtje zie je niet meer in ons land. Het groot geaderd witje is hier voor het laatst gezien in 1975 en het adonisblauwtje is een vlinder van warmere streken.
Het witbandzandoogje heb ik vooral gezien in kersenboomgaarden waar hij zich tegoed deed aan overrijpe kersen. Ook deze vlinder komt niet meer voor in ons land.
Kortom een leuke ervaring met de vlinders die zeker een vervolg zal krijgen gedurende de rest van de zomer.