Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

dinsdag 23 september 2014

VLINDERS

Argusvlinder, Lastommata megera, Wall Brown,  Vrouwtje
Kleine vos, Aglais urticae,Small Tortoiseshell
Gehakkelde aurelia,Polygonia c-album,Comma
Bont zandoogje, Pararge aegeria, Speckled Wood
Kleine vuurvlinder, Lycaena phlaeas, Small Copper
Landkaartje, Araschnia levana, Map Butterfly
Atalanta, Vanessa atalanta, Red Admiral
In de afgelopen periode heb ik  nogal wat vlinders en libellen op de foto gezet. Omdat het vliegseizoen voor de vlinders en libellen langzamerhand over begint te raken vond ik het een geschikt moment om er nog een keer een blog aan te wijden.
Het zijn allemaal vlinders en libellen die je met een beetje moeite en geluk in ons land kunt vinden.
Bosranden en wat ruige vochtige gebieden met voldoende bloeiende planten waarop gefoerageerd kan worden zijn favoriete plekken.
 Argusvlinder:  Hij is algemeen in ons land op graslanden, maar dan wel in het westen en noorden. Hij vliegt tot in september. Deze vloog begin september in de Heanmarpolder bij Koudum.
 Kleine Vos: Een algemene vlinder die in alle biotopen voorkomt en veel in tuinen wordt gezien. Hij is te zien vanaf beging juni tot begin oktober.
Gehakkelde Aurelia: Een algemene vlinder in ons land met dien verstande dat hij in het noorden en noord- westen wat minder algemeen is. De vliegtijd is van juni tot eind oktober. Meestal zie je hem in bosranden, heggen en houtwallen maar hij komt ook gewoon in de tuin en dan kun je hem zomaar op een steen zien zitten om op te warmen.
Bont Zandoogje: Een algemene vlinder van bossen en bosranden en daardoor minder in het westen van het land. De vliegtijd is van midden april tot eind september en dan in meerdere generaties. Bij vogels zouden we zeggen een tweede of derde legsel. Dit jaar is uitzonderlijk goed voor de bonte zandoogjes en je ziet ze dan ook heel veel.
Kleine vuurvlinder: Komt in het hele land voor op wat drogere graslanden en heidegebieden. Redelijk algemeen maar meestal niet in grote aantallen. Je kunt hem waarnemen van medio mei tot begin oktober in twee generaties.
Landkaartje: Een algemene vlinder van bossen, bosranden, heggen, houtwallen en wat ruige terreinen. Deze soort kent een lentegeneratie, die vliegt van begin mei  tot begin juni. Deze generatie is oranjebruin met een zwart vlekkenpatroon.
De zomergeneratie, van begin juli tot begin september,  is zwart met wat oranje en witte banden over de vleugels. In warme jaren, zoals dit jaar, is er een derde generatie die zwart is met wat meer oranje vlekken op de vleugels. Deze generatie vliegt van begin september tot in oktober.
Atalanta: Bij ons een trekvlinder die vanuit  Zuid Europa naar ons land trekt en alleen in zeer zachte winters kan overwinteren. Vanaf begin juni tot medio oktober kun je hem vrijwel overal waarnemen. Een prachtige vlinder die iedereen eigenlijk wel kent.

Tot slot wil ik iedereen bedanken voor de reacties op mijn vorige blog over het paapje. Reacties,opmerkingen en vragen worden zeer op prijs gesteld.

vrijdag 12 september 2014

VOGELMOMENT PAAPJE

Paapje. Saxicola rubetra, Whinchat
Paapje met prooi, Whinchat with a prey
Paapje in het weidegebied bij Koudum
Speurend op een paaltje
Zo zie je meestal, zittend op een paaltje
De najaarstrek is weer begonnen en dan is het ook weer tijd voor het paapje. Weliswaar is hij officieel nog broedvogel in ons land maar de aantallen zijn zo enorm teruggelopen dat je hem eigenlijk alleen nog maar kunt zien tijdens de trek. Niet voor niets staat hij op de rode lijst.
Als broedvogel komt hij alleen nog voor in het noord- oosten van het land omdat daar nog kleinschalig landschap bestaat met extensief beheerde graslanden en een kruidenrijke vegetatie. Ook vochtige heidegebieden en hoogveen komen daar nog voor. Voor zijn voedsel dat bestaat uit insecten zoals hooiwagens, muggen, rupsen en vlinders is hij van dat type gebied afhankelijk. Nog niet zo heel lang geleden, de 70`er jaren van de vorige eeuw, broedden er ongeveer 1800 paartjes in ons land. Het laatste officiƫle aantal is 500 en dateert uit 2000 (bron: SOVON). Het huidige aantal zal nog veel minder zijn en dan is hij dus vrijwel verdwenen als broedvogel. Daarmee is het paapje een treurig voorbeeld van de neergang van de broedvogelstand als gevolg van de intensivering van de landbouw.
Paapjes overwinteren in tropisch Afrika en zijn bij ons dus het best waar te nemen tijdens de najaarstrek vanaf eind augustus en in het voorjaar vanaf medio april. Je kunt ze dan vrijwel in ieder open gebied aantreffen in de buurt van de kustlijn of in de natte veenweidegebieden. Ook dan echter niet in grote aantallen. Vaak zie je ze alleen en veelal in combinatie met tapuiten. Een soort die er net zo erg aan toe is.
Onze broedvogels zijn hier vanaf medio april en beginnen al vrij snel met de nestbouw. Het nest wordt goed verborgen in de kruidenrijke vegetatie of tussen de heideplanten. Het legsel bestaat uit circa 6 eieren die door het vrouwtje worden uitgebroed in twee weken. De jongen vliegen dan vervolgens na een periode van 12 tot 14 dagen uit, waarbij het ook niet ongebruikelijk is dat de jongen het nest al verlaten voordat ze vliegvlug zijn en ze zich dus in de dichte vegetatie moeten verstoppen. Meestal zijn er twee legsels per jaar. De kans dat je bij ons dus jongen ziet is uiterst klein.

Hopelijk zal nieuwe natuurontwikkeling ertoe gaan bijdragen dat zij als broedvogel voor ons land niet helemaal verloren gaan.