Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

zondag 8 februari 2015

VOGELMOMENT DRIETEENSTRANDLOPER

Drieteenstrandloper, Calidris alba, Sanderling
Drieteenstrandloper, goed te zien dat hij geen achterste teen heeft
Toch lekker zo'n scheermees
In het zonnetje op het strand
Foeragerend op de grote betonblokken van de Zuidpier bij IJmuiden
De drieteenstrandloper is weliswaar het gehele jaar aanwezig in ons land maar broed hier niet. Je kunt ze zien langs de kust vanaf het Waddengebied tot in de Zeeuwse Delta. Waarnemingen in het binnenland zijn zeer zeldzaam en als die voorkomen dan meestal langs het IJsselmeer of langs de grote rivieren. De grootste aantallen zijn te zien tijdens de trek in voor- en najaar, waarbij er in het Waddengebied wel groepen van een paar duizend exemplaren kunnen voorkomen. Zowel als zomer- en wintergast zijn de aantallen niet groot en het zijn dan vaak ook jonge vogels.
Zij broeden in het uiterste noorden van Siberië, Rusland, Groenland, Alaska en Canada. Tijdens de trek kunnen vanuit al die gebieden vogels langs onze kust voorkomen. Het zijn lange afstandstrekkers die met gemak 5000 km. non-stop kunnen vliegen om hun overwinteringsgebieden in Australië, Zuid-Amerika, Zuidoost Azië en Zuid- Afrika te bereiken. Vogels die langs onze kust trekken zullen in Zuid-Afrika overwinteren. Drieteenstrandlopers kunnen maximaal 10 jaar oud worden.
Meestal zie je ze op de stranden langs de vloedlijn maar ook wel op pieren en langs rotsige kusten. In de winter vallen ze gemakkelijk op omdat ze vrij wit zijn en nogal onrustig. Ze rennen meestal in kleine groepjes heel snel langs de vloedlijn. Hun voedsel bestaat uit schelpdieren, weekdieren en zeepieren die zij aan de oppervlakte van het strand vinden of met hun snavel uit het zand peuren. In de broedperiode eten ze vooral insecten maar ook knoppen en jonge scheuten van planten.
Het nest is een simpel kuiltje waar in de vier bruingevlekte groenachtige eieren worden gelegd. Zij worden door beide ouders in 23 tot 24 dagen uitgebroed. De actieve jongen kunnen vervolgens na 24 dagen zelf vliegen. De ouders trekken vervolgens vanaf augustus weer weg en de jongen volgen dan ongeveer een maand later.

Iedereen weer bedankt voor de reacties op mijn vorige blog over de sneeuwgors.