|
Drieteenstrandloper, Calidris alba, Sanderling |
|
Drieteenstrandloper, goed te zien dat hij geen achterste teen heeft |
|
Toch lekker zo'n scheermees |
|
In het zonnetje op het strand |
|
Foeragerend op de grote betonblokken van de Zuidpier bij IJmuiden |
De drieteenstrandloper is weliswaar het gehele jaar
aanwezig in ons land maar broed hier niet. Je kunt ze zien langs de kust vanaf
het Waddengebied tot in de Zeeuwse Delta. Waarnemingen in het binnenland zijn
zeer zeldzaam en als die voorkomen dan meestal langs het IJsselmeer of langs de
grote rivieren. De grootste aantallen zijn te zien tijdens de trek in voor- en
najaar, waarbij er in het Waddengebied wel groepen van een paar duizend
exemplaren kunnen voorkomen. Zowel als zomer- en wintergast zijn de aantallen
niet groot en het zijn dan vaak ook jonge vogels.
Zij broeden in het uiterste noorden van Siberië, Rusland,
Groenland, Alaska en Canada. Tijdens de trek kunnen vanuit al die gebieden
vogels langs onze kust voorkomen. Het zijn lange afstandstrekkers die met gemak
5000 km. non-stop kunnen vliegen om hun overwinteringsgebieden in Australië,
Zuid-Amerika, Zuidoost Azië en Zuid- Afrika te bereiken. Vogels die langs onze
kust trekken zullen in Zuid-Afrika overwinteren. Drieteenstrandlopers kunnen
maximaal 10 jaar oud worden.
Meestal zie je ze op de stranden langs de vloedlijn maar
ook wel op pieren en langs rotsige kusten. In de winter vallen ze gemakkelijk
op omdat ze vrij wit zijn en nogal onrustig. Ze rennen meestal in kleine
groepjes heel snel langs de vloedlijn. Hun voedsel bestaat uit schelpdieren,
weekdieren en zeepieren die zij aan de oppervlakte van het strand vinden of met
hun snavel uit het zand peuren. In de broedperiode eten ze vooral insecten maar
ook knoppen en jonge scheuten van planten.
Het nest is een simpel kuiltje waar in de vier
bruingevlekte groenachtige eieren worden gelegd. Zij worden door beide ouders
in 23 tot 24 dagen uitgebroed. De actieve jongen kunnen vervolgens na 24 dagen
zelf vliegen. De ouders trekken vervolgens vanaf augustus weer weg en de jongen
volgen dan ongeveer een maand later.
Iedereen weer bedankt voor de reacties op mijn vorige blog over de sneeuwgors.