Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

zondag 31 januari 2016

VOGELMOMENT KRAKEEND

Krakeend mannetje opvliegend, Mareca strepera, Gadwall
Krakeend vrouwtje
Paartje krakeend
Krakeend mannetje in een poldersloot
Mannetje krakeend op het ijs

vrouwtje krakeend in woelig water in het najaar
Vrouwtje in het najaar
Mannetje lekker duttend in de zon
Zo zie je ze vaak in het het najaar in allerlei poldersloten
Paartje in het broedgebied
Dobberen in de zon
Mannetje in een weiland

In de Vogelbalans 2015 van SOVON las ik dat de krakeend aan een zodanige opmars bezig is dat hij mogelijk de wilde eend in het buitengebied voorbijstreeft, ook omdat de aantallen wilde eenden met zo’n 30% zijn teruggelopen. Reden genoeg om de krakeend weer eens in het zonnetje te zetten.
Tot ongeveer 1970 was de krakeend in ons land met circa 700 broedparen een zeer zeldzame broedvogel, maar daarna zijn de aantallen fors toegenomen. Begin 80er jaren waren er al circa 2000 broedparen en begin deze eeuw circa 7000 en de aantallen stijgen nog steeds blijkt dus uit de nieuwste cijfers. Oorzaken worden gezocht in de terugloop van geschikt broedgebied in Oost-Europa door grootschalige ontginning en toename van zowel het aantal lage zoetwatergebieden in ons land als een stijging van de voedselrijkdom.
De krakeend is een middelgrote, schuwe en weinig opvallende maar fraaie eend. Hij is tegenwoordig dus het gehele jaar aanwezig en je kunt hem vooral aantreffen in ondiep voedselrijk water zoals meren, moerassen, plassen en rivieren in de lage delen van ons land. Krakeenden die hier broeden, blijven hier over het algemeen ook in de winter tenzij het streng gaat vriezen want dan trekken zij door naar Zuidwest Europa. In de winter wordt de populatie vaak aangevuld met overwinteraars uit Europa en zie je ze vaker op grotere wateroppervlakten zoals meren, plassen, IJsselmeer en de deltagebieden, waar zij vaak groepjes vormen samen met andere soorten. In de zomer verblijven zij meer op open en lage zoetwatergebieden met ruige en weelderig begroeide oevers, omdat zij daar een betere broedgelegenheid hebben.
Het nest wordt op de grond gebouwd tussen de dichte oevervegetatie en is goed verscholen. De 8 tot 12 crèmekleurige eieren worden door het vrouwtje uitgebroed in circa 24 dagen. Het mannetje is dan meestal al vertrokken. De jongen verlaten direct het nest en kunnen zelf foerageren waarbij zij nog wel beschermd worden door het vrouwtje. Omdat zij in de eerste periode opgroeien in water met een vegetatie die zeer goede bescherming biedt, is de kans niet zo groot dat je ze kunt waarnemen. De Krakeend behoort tot de grondeleenden en dat betekent dat hij niet of nauwelijks duikt. Hij foerageert zwemmend met zijn kop onder water. Zijn voedsel is hoofdzakelijk plantaardig en bestaat uit waterplanten, wortelstokken, planten en zaden van waterplanten, maar er worden ook wel insecten en slakjes gegeten. Je kunt ze, vooral in de zomer, ook steeds vaker zien grazen op weilanden.

Iedereen weer bedankt voor de reacties op het vorig vogelmoment over de wilde eend. Opmerkingen en vragen zijn altijd welkom.

donderdag 7 januari 2016

VOGELMOMENT WILDE EEND

Paartje wilde eend, Anas plathyrhynchos, Mallard
Wilde eend, Woerd 
Wilde eend, vrouwtje
Vrouwtje met jongen in het kroos 
vrouwtje 
vrouwtje, balancerend op een wortel
vrouwtje in een vijver
Deze man heeft er wel lol in
Zou hij de fotograaf in de gaten hebben
Woerd in de rui
In dit eerste vogelmoment van 2016 gaat het over onze wilde eend, omdat hij niet alleen de meest algemene, meest bekende en meest wijd verspreide eend in ons land is maar ook omdat hij heel vroeg gaat broeden. Zeker in een zachte winter zoals nu kan hij al in februari gaan broeden en kun je mogelijk al in februari de eerste pulletjes te zien. Deze “echte” wilde eend kan gemakkelijk verward worden met allerlei bastaardvormen die we gemakshalve “soepeenden” noemen. Het gaat dan om vogels die voortkomen uit kruisingen tussen verwilderde “tamme” eenden en wilde eenden. Het verschil zie je in kleinere en grotere afwijkingen in de kleurstelling, het verenpatroon en de kleur van de snavel.
De paarvorming start al in het najaar en daarbij kunnen ze behoorlijk stevig tekeer gaan. Situaties waarin een vrouwtje op een wilde manier door meerdere mannetjes wordt belaagd zijn niet zeldzaam. Ook bij de paring gaat het er wild aan toe waarbij het vrouwtje vaak helemaal onder water wordt geduwd. Vaak verlaat de woerd het vrouwtje tijdens de broedperiode en gaat hij op zoek naar een ander vrouwtje.
De “Nederlandse” wilde eenden zijn standvogels. In de winterperiode worden de aantallen aangevuld met overwinteraars uit de Scandinavische landen. In de laatste tellingen van SOVON wordt uitgegaan van 350.000 tot 500.000 broedparen. Op het hoogtepunt in januari verblijven hier wel ruim meer dan een miljoen exemplaren.
Je vindt de wilde eend vrijwel overal in het land waar water is zowel in de buitengebieden, maar ook in steden. De grootste aantallen vind je echter in de veenweidegebieden en de laagveenmoerassen in het westen en de kleigebieden in het noorden.
Wilde eenden behoren tot de grondeleenden, wat betekent dat zij hun voedsel onder water zoeken waarbij hun achterlijf rechtop uit het water steekt dit in tegenstelling tot duikeenden. Een ander verschil is dat zij direct rechtop uit het water weg kunnen vliegen en geen aanloop nodig hebben.
Hun voedsel bestaat uit voornamelijk uit plantaardig materiaal, dat zij in de broedperiode aanvullen met dierlijk voedsel omdat dat eiwitrijker is. Je ziet ze ook wel op het land voedsel zoeken waarbij zij dan stengels, gras, wortelstokken etc. eten. De jongen eten in het begin veel ongewervelden, insecten en larven.
Hun nest ligt altijd verscholen en meestal op de grond tussen de vegetatie, maar ook in eendenkorven en boomholtes. Meestal ligt het wel in de buurt van ondiep water omdat de jongen direct na het verlaten van het nest zelf moeten foerageren en dan levert dat veel en makkelijk te verkrijgen voedsel op.
Het legsel bestaat uit 10 tot 12 crèmekleurige eieren die door het vrouwtje in circa 28 dagen worden uitgebroed. Na 50 dagen zijn de jongen zelfstandig. Er zijn vaak meerdere legsels per jaar tot diep in de zomer.

Alhoewel de aantallen broedparen nog steeds vrij groot zijn blijkt uit de laatste vogelbalans van SOVON dat het aantal sinds 1990 toch teruggelopen met circa 30% in de lage gebieden. Over de oorzaak kan allen maar gespeculeerd worden, maar het kan te maken hebben met veranderingen in het landschap, grotere predatie van jongen en het afschot in de winter. Zij zijn immers nog vrij bejaagbaar van 15 augustus tot 1 februari.

Voor iedereen nog de beste wensen voor 2016 en nog bedankt voor de reacties op mijn vorige blog.