Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

maandag 24 december 2012

VOGELMOMENT KERST

KNOBBELZWAAN, CYGNUS OLOR, MUTE SWAN



Voor het laatste vogelmoment van dit jaar heb ik gekozen voor dit paartje Knobbelzwanen in een winters landschap in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit jaar geen witte Kerst maar een groene, natte en warme Kerst.
Daarom gekozen voor deze foto van 2 april dit jaar, toen het het dus wel winter was.
Ik wens al mijn volgers en email abonnees alle goeds voor 2013.
Als iedereen zo liefdevol met elkaar omgaat als deze twee dan wordt de wereld een stuk mooier.
Laten we dat met elkaar afspreken.


vrijdag 21 december 2012

VOGELMOMENT KRAMSVOGEL EN KOPERWIEK



Kramsvogel, Turdus pilarus, Fieldfare
 
Kramsvogels en Koperwieken



Koperwiek, Turdus iliacus

 
Vandaag besteed ik aandacht aan de Kramsvogel en de Koperwiek, omdat zij vaak samen te zien zijn in najaar en winter. Het zijn echte wintergasten en doortrekkers, alhoewel de Kramsvogel in het oosten van het land nog een uiterst schaarse broedvogel is. In het najaar, zo ongeveer vanaf september, komen zij in grote aantallen naar ons land om te overwinteren of door te trekken naar zuidelijke gebieden. Die trek in het najaar kan in sommige jaren massaal zijn. De Kramsvogel en de Koperwiek zie je bij ons in de winter in vaak grotere groepen op weilanden, in boomgaarden, meidoornhagen of duindoorns. Kortom overal waar nog  bessen of  afgevallen fruit te vinden is. In slechte weersomstandigheden kun je ze ook aantreffen in woonwijken mits daar besdragende struiken te vinden zijn. In de avond  zoeken zij vaak hun gezamenlijke slaaplaatsen op. De Kramsvogel is de grootse van de twee met een grijze onderrug en staart. De  Koperwiek is wat kleiner en herkenbaar aan de roestbruine streep op zijn flank en de duidelijke oogstreep. 
Beiden behoren zij tot de familie van de lijsters. Ze kunnen soms wel eens wat "dronken"gedrag vertonen omdat zij de laatste bessen eten die vaak al zijn gaan gisten en dus alcohol bevatten.Met name in duingebieden kan dat voorkomen bij het eten van de bessen van de duindoorn. Zij zijn dan behoorlijk kwetsbaar voor Sperwers.





 
 




maandag 17 december 2012

VOGELMOMENT FUUT

 


                                                                
                                                                     Fuut in winterkleed.



 Het voeren van een visje


Vandaag een drieluik van de Fuut. Je ziet hem in zomerkleed ( kleurig en met een mooie pluim) en winterkleed (wit en grijs) zodat je het kunt vergelijken. Ook de foto waarop het visje wordt overgedragen is kenmerkend en het gestreepte koppie van het jong is goed te zien.
De Fuut is tegenwoordig algemeen en redelijk talrijk in waterrijk gebied in het lage deel van ons land. In het zuiden en (noord) oosten van het land is hij aanzienlijk minder aanwezig. Hij is bij uitstek een zwemvogel omdat hij nauwelijks in staat is om te lopen en eigenlijk alleen wat moeizaam kan waggelen. Beide geslachten zien er gelijk uit.
Futen broeden langs de oevers van meren, plassen en kanalen in landelijk gebied maar ook in grachten en vijvers in stedelijk gebied. Zij  maken een drijvend nest van waterplanten dat enigszins verborgen is tussen de vergetatie, maar in stedelijk gebied soms gewoon goed zichtbaar. De balts, waarbij zij dansend over het water gaan, is een schitterend gezicht en omdat zij tegenwoordig algemener zijn en minder schuw is dat veel vaker te zien. Zij beginnen soms al met broeden in het heel vroege voorjaar en hebben vaak twee legsels per jaar.De eerste periode zitten de jongen op de rug bij hun ouders. Alhoewel de jongen na circa 8 weken zelfstandig zijn, blijven de ouders ze nog maandenlang voeren. Een mooi gezicht als je ziet dat het jong gewoon wacht, terwijl de ouders zich uitsloven om vis te vangen.
In de winter trekt een aantal weg naar overwinteringsgebieden in Zuid Duitsland, Zwitserland en Noord Frankrijk. Ze gaan dus niet al te ver weg. Tegelijk komen er bij ons een groot aantal overwinteren uit Scandinavie en Oost Europa. Op groot open water zijn ze dan vaak te zien in heel grote groepen.


 


donderdag 13 december 2012

VOGELMOMENT KNOBBELZWAAN

Knobbelzwaan, Cygnus olor, Mute Swan

 
 
Vandaag even een moment voor onze gewone knobbelzwaan. Zo gewoon dat we er niet meer bij stil staan als we hem zien. Daarom een close up van een juveniel exemplaar.
Knobbelzwanen zijn een zeer algemene en zeer talrijke broedvogel. In het Oosten en Zuiden van het land is hij iets minder talrijk. Je ziet ze eigenlijk overal waar water in de buurt is, zowel in landelijk gebied maar ook in grachten en vijvers in woonwijken. Zij bouwen een groot nest in het riet aan de oever. Het vrouwtje broedt de eieren uit en het mannetje beschermt het nest. Daarbij kan hij een dreigende houding aannemen. Zeker als er jongen zijn kan dat in woonwijken soms vervelende situaties opleveren. De jongen verlaten het nest meteen en kunnen dan direct zelf fourageren, maar worden door de ouders nadrukkelijk beschermd. Omdat het grote logge vogels zijn kunnen de juvenielen pas na zo'n 135 dagen vliegen. Dat is een lange tijd vergeleken bij gemiddelden van 15 tot 35 dagen voor heel veel ander vogels. Zij verlaten het broedgebied ook pas in hun eerste herfst of winter en tot die tijd blijft de familie ook vaak bij elkaar. Veel Knobbelzwanen blijven het gehele jaar in hun broed/leefgebied en anderen vormen in de winter vaak grote groepen die dan te zien zijn op grote wateroppervlakten zoals het IJsselmeer. De juvenielen voegen zich daar dan meestal bij. Vaak blijven zij ook in de zomer nog in een groep omdat zij pas na circa drie jaar voor het eerst broeden. Sommigen trekken ook wel weg naar andere delen van Europa alhoewel de Knobbelzwaan geen echt trekgedrag vertoont.

dinsdag 11 december 2012

VOGELMOMENT GLANSKOP


Vandaag aandacht voor de Glanskop. Een leuke maar onopvallende mees. Hij dankt zijn naam aan het feit dat de zwarte kop onder de juiste lichtinval glanzend is. Je hebt echter wel wat geluk nodig om dat te zien. Hij lijkt veel op de matkop, maar die heeft een grotere zwarte kinvlek. De Glanskop is een vrij algemene broedvogel van gemengde loofbossen met een grote dichtheid van beuk en eik. Hij komt hoofdzakelijk voor op Veluwe en in Oost Nederland en in mindere mate in duingebieden en Limburg. Hij is een standvogel die het gehele jaar in zijn broedgebied verblijft. Hij vertoont dus geen enkel trekgedrag en er zijn dus ook geen overwinteraars hier uit andere landen.Doordat zij zich slechts over een beperkt gebied verplaatsen zijn zij kwetsbaar voor versnippering van bosgebieden. Glanskoppen zijn holenbroeders die hun nest uithakken in dode vermolmde bomen. Zij maken echter ook veel gebruik van oude nestholtes van Matkoppen en Spechten of gewoon van een bestaande holte in een boom. Het voedsel bestaat uit rupsen en insecten.In de herfst en winter wordt daarnaast overgeschakeld op bessen en zaden met een voorkeur voor beukennootjes. Ook leggen zij in de herfst een voedselvoorraad aan die zij verstoppen onder de schors van een boom, in een holte onder de grond of onder wat mos.

vrijdag 7 december 2012

VOGELMOMENT HALSBANDPARKIET

Halsbandparkiet, Psittacula krameri, Rose-ringed Parakeet
Vorige week een verrassing in de tuin. Plotseling hing er een halsbandparkiet aan het pindanetje. Gelukkig de camera standby zodat ik nog door het raam heen een foto kon maken.
Halsbandparkieten zijn exoten die oorspronkelijk uit Afrika en India komen. Zij hebben inmiddels vaste voet aan de grond in Nederland. De  populatie is ontstaan uit verwilderde kooivogels en het aantal neemt nog steeds toe. Het zijn cultuurvolgers, dat wil zeggen dat zij bij de uitbreiding van hun leefgebied gebruik maken van de mogelijkheden die de mens hun biedt. Halsbandparkieten zijn daardoor alleen te vinden in een  stedelijke omgeving. In Nederland zie je hem vooral in Amsterdam, Den Haag, Leiden en Haarlem. De oudste populatie zit in Amsterdam in het Vondelpark. Het voedsel bestaat uit zaden, granen, vruchten, bloemknoppen en dus ook aangeboden pinda's in tuinen.
In parken worden ze door bewoners vaak bijgevoerd en wordt hun kleurige aanwezigheid ook zeker gewaardeerd. Ze hebben zich dus prima aangepast aan het Hollandse klimaat en omstandigheden.
Vanuit Haarlem breidt hij zijn gebied langzamerhand uit naar het Haarlemmermeerse bos en nu dus in de tuin in Hoofddorp. Ook vanuit de andere steden breidt hij zich uit naar omliggende gemeentes.
Het aantal broedgevallen stijgt ook gestaag en daarbij profiteert hij van de toename van de Grote Bonte Specht omdat hij een holenbroeder is en gebruik maakt van oude Spechtennesten. Buiten het broedseizoen ( van januari tot juni) zwerven ze binnen hun leefgebied en in de avond ontstaat de "slaaptrek" . Zij verzamelen zich dan in grote aantallen vanuit de wijde omgeving om op een vaste plek te slapen. Die groepen kunnnen wel een omvang hebben van 1000 vogels. Het zijn levendige en rumoerige vogels die dus een behoorlijk lawaai maken en mest produceren.. Kortom prachtige vogels maar als er iedere avond 1000 in de buurt komen overnachten wordt het wel als overlast ervaren.

maandag 3 december 2012

VOGELMOMENT WILDE EEND

Wilde eend ( Woerd) ,Anas platyrhynchos,Mallard

Wilde eend (eend), Anas platyrhynchos, Mallard

Deze keer is de beurt aan onze Wilde eend. De meest bekende eend van Nederland en een zeer algemene en zeer talrijke broedvogel. In het midden, oosten en zuiden van het land is hij wat minder talrijk. Op de plaatjes is weer goed te zien dat het mannetje ( de woerd) het meest karakteristiek is. De vrouwtjes ( eenden) zijn veel minder opvallend. Zij moeten immers alleen de eieren uitbroeden en mogen dus niet opvallen. Je ziet ook vaak varianten, die we soepeenden noemen. Zij hebben meestal een afwijkend verenkleed maar soms lijken ze ook veel op "echte" Wilde eenden. Het zijn kruisingen van Wilde eenden met gedomesticeerde eenden. Wilde eenden komen overal voor waar maar water is zoals meren, rivieren, sloten en plassen maar ook vijvers en grachten in parken en steden. Vooral in bewoonde gebieden kunnen zij vrij tam zijn, terwijl zij in de overige gebieden vrij schuw zijn. Hij stelt weinig eisen aan zijn leefomgeving. Er moet beschutting zijn om een nest te bouwen ( in het riet, onder struiken,in nestkorven of boomholtes) en het water moet ondiep genoeg zijn om te fourageren. Het zijn namelijk grondeleenden en dat betekent dat zij op hun kop in het water staan en dan op de bodem plantaardig voedsel zoeken. In het vroege voorjaar hebben zij al een groot aantal jongen, waarvan er echter veel ten prooi vallen aan rovers zoals, snoeken, ratten en roofvogels. Vaak hebben zij twee tot drie legsels per jaar.
Wilde eenden in ons land trekken vrijwel niet weg in de winter. Daarentegen komen hier in de winter wel veel overwinteraars uit Scandinavie, waardoor de populatie bijna verdubbeld. Ze zijn dan ook vaak op groot water te zien en zelfs op zee aan de kust.

woensdag 28 november 2012

VOGELMOMENT BRILDUIKER

Brilduiker, Bucephala clangula, Goldeneye
Vrouwtje
Brilduiker, Buscephala clangula, Golden Eye
mannetje

Vandaag aandacht voor de Brilduiker. Een fraaie eend die bij ons nog steeds een wintergast is. Een zeer klein aantal komt in Nederland tot broeden. Vanaf november is hij in een redelijk groot aantal aanwezig en dan hoofdzakelijk in het Deltagebied en langs het IJssel- en Markermeer. Deze heb ik gefotografeerd in de Amsterdamse Waterleidingduinen, waar hij in de winterperiode ook redelijk aanwezig is. Zoals bij alle eenden is het mannteje het meest karakteristiek en goed te herkennen aan de witte vlek op de kop. Het vrouwtje is moeilijker te herkennen zeker als zij samen met kuifeenden zijn. Vandaar dat ik een foto van beiden heb geplaatst. Vanaf februari vertrekken zij weer naar hun broedgebieden in Noord Europa waar zij hun nest maken in een boomholte ( vaak een oud nest van een Zwarte Specht) in de buurt van rivieren of meren.
Brilduikers zijn duikeenden die dus al duikend hun voedsel zoeken. Zij eten vooral zoetwatermosselen, larven en visjes maar ook plantaardig materiaal. Ze zijn over het algemeen schuw en laten zich niet gemakkelijk benaderen. Daarbij komt dat ze vaak duiken zodat ze ook zo weer uit zicht zijn en dan tientallen meters verder weer boven komen.
Voor meer fotos kun je klikken op het overzicht van alle fotos.

 



zaterdag 24 november 2012

VOGELMOMENT PIMPELMEES

Pimpelmees, Cyanistes caeruleus, European Blue Tit
Vandaag gaat het over de Pimpelmees. Een van de meest bekende en gewone tuinvogels. Wie kent hem niet met zijn mooie blauwe petje. Niet voor niets staat hij op de vierde plaats in de nationale tuinvogeltelling van 2012. Kortom een zeer algemene en talrijke broedvogel in ons land die ook het gehele jaar aanwezig is. Hij komt voor in dichte naaldbossen, maar ook in gemengd bos, landelijk gebied met bosschages, parken en tuinen in stedelijk gebied. Hij broedt in boomholtes maar ook net zo makkelijk in nestkasten in de tuin.
Alhoewel zij in de zomer vooral leven van insecten, larven, spinnen en rupsen kent iedereen ze eigenlijk van de voedertafels, pindanetjes en de vetbollen in de winter. Je kunt echter gewoon het hele jaar door voeren. Het is goed voor de vogels en je krijgt er daardoor ook meer in je tuin. Pimpelmezen zijn niet schuw en als ware acrobaten hangen ze , meestal ondersteboven, aan een vetbol of pindanet.
Alhoewel Pimpelmezen geen trekvogels zijn kunnen er hier in het het najaar grote aantallen bij wijze van invasie binnen vallen vanuit Scandinavie. Dit jaar bijvoorbeeld werden in Denemarken tijdens de trek groepen van zo´n 85000 Pimpelmezen geteld die op trek waren. Grote aantallen daarvan overwinteren hier. Reden daarvoor is dat er in de landen rond de Oostzee een slechte zomer is geweest waardoor het voedselaanbod in de winter daar te gering is . Hier hebben wij dus een goede Pimpelmezen winter en is de kans groot dat je in de tuin meer Pimpelmezen ziet, mits er voldoende voedselaanbod is in de vorm van pindanetjes en vetbollen.

dinsdag 20 november 2012

VOGELMOMENT GAAI

GAAI, GARRULUS GLANDARIUS, JAY


Vandaag gaat het over de Gaai, door velen nog steeds de Vlaamse Gaai genoemd. Sinds enige jaren is de toevoeging "Vlaamse" officieel geschrapt omdat er weinig Vlaams aan hem is. Hij heeft de naam brutaal te zijn, veel lawaai te maken en hij rooft in het voorjaar ook nog eens jonge vogeltjes of haalt de eieren uit de nesten. Kortom geen lieverdje maar in ieder geval wel een mooie vogel die ook interessant en nuttig is en daarbij ook nog intelligent. Van oorsprong een schuwe bosvogel maar inmiddels een algemene en talrijke broedvogel van bossen, bosschages en parken. Ook wordt hij steeds vaker in stedelijk gebied gezien. De aanwezigheid van veel groen en bomen is dan wel een voorwaarde. Alleen in het noorden van Friesland en Groningen is hij vrij schaars. Hij is ook een standvogel en in het najaar wordt de populatie aangevuld met overwinteraars uit Centraal en Midden Europa. Alleen in het voorjaar, als hij een nest heeft, pakt hij ook jonge vogels, eieren en wormen die hij voert aan zijn jongen omdat zij behoefte hebben aan eiwitten. Zijn menu bestaat echter normaal gesproken uit zaden, eikels en beukenootjes. Ook komt hij geregeld op voedertafels en hangt ook gewoon aan pindaslingers. Gaaien leggen wintervoorraden aan van eikels en beukenootjes. Zij kunnen er een aantal tegelijk meenemen en verstoppen deze op verschillende plekken. Omdat zij ze niet altijd weer kunnen terugvinden, ontkiemen deze en zo draagt hij bij aan het verspreiding van bomen. Gaaien worden daarom ook wel bosbouwers genoemd. Deze foto, in een mooie herfstsetting, heb ik gemaakt in Beekbergen. Wil je meer fotos zien van de Gaai kijk dan hiernaast bij het overzicht van mijn fotos. Zij staan in de collectie Kraaien.

zondag 18 november 2012

VOGELMOMENT ZWARTE MEES

Zwarte Mees, Periparus ater, Coal Tit

 
In dit vogelmoment aandacht voor de Zwarte Mees. Bij snelle observatie denk je even te doen te hebben met een Koolmees tot je ziet dat hij niet geel is, een stuk kleiner en met een opvallende witte vlek in zijn nek.
Hij is een kleine mees, zelfs iets kleiner dan een Pimpelmees. Een vrij algemene broedvogel van naaldbossen met een voorkeur voor oud naaldbos gemengd met sparren. Hij komt daardoor vooral voor in het oostelijk deel van ons land ( van Drenthe tot Noord-Oost Brabant). Daarnaast is hij schaars op de waddeneilanden en de naaldbossen in de duinen.
Zwarte Mezen die hier broeden zijn ook standvogels die alleen na het broedseizoen wat ruimer buiten hun broedgebied zijn te vinden.
In het najaar kunnen er vanaf medio september grote groepen Zwarte Mezen vanuit Oost Europa in ons land arriveren om te overwinteren. Dat kan het karakter van een invasie hebben. In het voorjaar trekken zij weer weg.
Alhoewel Zwarte Mezen vooral insecten eten, zoals kevers, bladluizen, mieren ,spinnen en kleine slakjes schakelen zij in het najaar en de winter ook over op allerlei zaden. Het najaar is daarom de beste periode om ze waar te nemen omdat zij dan wat meer op de grond fourageren. In de rest van het jaar zitten zij over het algemeen in boomtoppen en zijn zij dus moeilijker te spotten.

vrijdag 16 november 2012

reageren op vogelmoment

Als ik een nieuw vogelmoment plaats krijgt iedereen die zich heeft aangemeld met zijn emailadres automatisch een mail met daarin het vogelmoment.
Dat bericht kun je gewoon lezen en de foto staat er ook bij. Je kunt dat bericht echter niet beantwoorden omdat het via een noreply server is aangemaakt.
Onderaan het bericht staat een blauwe link naar de blog. Als je die aanklikt kom je op de blog en dan kun je op het vogelmoment reageren.
Klik op reacties en er verschijnt een klein menu'tje. Kies voor anoniem of voor je googleaccount (als je dat hebt) en er verschijnt een vak waarin je de reactie kwijt kunt. Zet er even je naam bij want anders krijg ik alleen maar anonieme reacties.
Uiteraard kun je ook gewoon een mail sturen

donderdag 15 november 2012

VOGELMOMENT KUIFMEES

KUIFMEES, LOPHOPHANES CRISTATUS, EUROPEAN CRESTED TIT

Deze keer gekozen voor de Kuifmees (Lophophanus cristatus, European Crested Tit). In het westen van het land zie je hem niet met uitzondering van sommige dennenbossen in de duinen. Ook daar komt hij echter niet veel voor. Tijdens ons verblijf in Beekbergen heb ik hem veel gezien en op de foto kunnen zetten. Het zijn vrij algemene broedvogels van naaldbossen, waarin voldoende dennenbomen zijn. In naaldbossen met een grote dichtheid aan spar en lariks zal de populatie kuifmezen minder zijn. Het zijn standvogels die dus het gehele jaar hier blijven en zij verlaten hun broedgebied vrijwel nooit. Zij zijn dan ook zeer plaatstrouw en het is de enige mezensoort die niet buiten Europa broedt. Op de foto zit hij dus in zijn favoriete boom (de spar) en het is zoals je ziet een prachtig vogeltje met een karakteristieke kuif. Hij is even groot als de pimpelmees.
Je ziet ze vaak wat nerveus fourageren in de toppen van bomen waarbij zij vaak onder de takken van met name sparren en dennen hangen om vliegjes, spinnetjes, bladluizen en andere insecten te zoeken. Door hun formaat en het feit dat ze hoog zitten moet je dan heel goed kijken om ze te zien.
In het najaar zijn ze vaak samen met andere mezen en dan fourageren zij ook op de grond waar zij op zoek gaan naar allerlei zaden. Hierdoor laten zij zich meer zien. Je moet dan wel in een bos zijn want op voedertafels zullen zij zich niet gemakkelijk laten zien
.

woensdag 14 november 2012

Vogels kijken op de Veluwe

Deze week zijn wij een weekje in een huisje op de Veluwe bij Beekbergen. Wij wandelen  hier veel en daarbij staan uiteraard de vogels centraal. Rondom het huisje is het al een feest van Matkoppen, Zwarte Mees en Kuifmees en natuurlijk de Vinken, Grote Bonte Specht, Merels en Gaaien. Eigenlijk is ons huisje een luxe vogelkijkhut.




Hier even een voorproefje van de Kuifmees en zwarte Mees.




Kortom voor de vogels hoeven wij het huisje niet uit. Toch hebben wij gisteren en vandaag lange wandelingen gemaakt door de schitterend gekleurde herfstbossen. Gisteren naar de Loenense watervallen, jazeker wij hebben watervallen in ons land.
Zij zijn wel  ontstaan doordat Koning Willem I beken en slenken heeft laten graven, maar dat mag de pret niet drukken.
Vandaag naar de Loenermark geweest. Een prachtig afwisselend gebied, waarin de herfstkleuren van de lariksen opvielen, de enige naaldboom die in de herfst verkleurt en zijn naalden verliest.
Qua vogels vooral veel Staartmezen, Pimpelmezen en Winterkoninkjes. Vooral die pimpelmezen vielen op door hun helderblauwe kleur. Ik denk daarom dat dit wintergasten waren uit Scandinavie. Leuk waren ook de vele Goudhaantjes. Moeilijk te fotograferen omdat zij hoog in de kruinen van de bomen zitten.
Kortom wil je er een keer lekker uit en tegelijk leuke vogels kijken, is de Veluwe zeker een aanrader.


zaterdag 10 november 2012

VOGELMOMENT ROODBORST

Roodborst, Erithacus rubecula, Robin

Deze keer gaat het om de Roodborst ( Erithacus rubecula , Robin). Hij is een van de meest algemene broedvogels in ons land en bijna iedereen kent hem. Hij broedt in vrijwel ieder gebied ( bossen, tuinen,parken etc) waar voldoende dekking aanwezig is. Het nest wordt laag bij de grond gebouwd op een goed verscholen plaats. In woonwijken zal hij minder snel broeden omdat met name de jongen daar kwetsbaar zijn en er veel ten prooi vallen aan aan katten.
Jonge ( juveniele) roodborsten zijn vrijwel helemaal bruin met een bruin gespikkeld borst en lijken dus helmaal nog niet op een roodborst. Alhoewel roodborsten bij ons het gehele jaar te zien zijn, trekt een deel van "onze" roodborsten toch vaak vanaf eind augustus richting Spanje, Portugal om te overwinteren. De populatie in ons land wordt dan aangevuld met roodborsten uit Noord- en Oost Europa.
Omdat zij, net als veel andere trekvogels, redelijk trouw zijn aan hun overwinteringsplek kan het heel goed dat de Roodborst die in de winter in jullie tuin te zien is dezelfde is als vorig jaar en dus eigenlijk een "buitenlander" is. Hij trekt weer weg in het vroege voorjaar als "onze" roodborsten weer terugkomen.
Alhoewel zijn voedsel hoofdzakelijk uit insecten zoals vliegen, rupsen,spinnen en langpootmuggen bestaat eet hij in de winter ook graag zaden op voedertafel. Een beetje havermout strooien op een licht beschut plekje in de tuin vindt hij heerlijk.


donderdag 8 november 2012

VOGELMOMENT GROTE MANTELMEEUW

Grote mantelmeeuw, Larus marinus, Great Black-backed Gull

Deze keer sta ik even stil bij de Grote Mantelmeeuw. Hij is de grootste meeuw en met een spanwijdte van circa 1,60 meter en een lengte maximaal 78 cm is het ook een imposante verschijning met een heel zware snavel. Hij is bij ons een schaarse broedvogel maar na de broedtijd zijn er bij ons in de zomer grote aantallen en in de winter zelfs heel veel omdat dan ook de overwinteraars uit Noorwegen hier zijn gearriveerd.
Hij wordt vaak verward met de Kleine Mantelmeeuw die in ons land het gehele jaar door veel talrijker is en waarvan er ook heel veel meer broeden in ons land. De Grote Mantelmeeuw is echter beduidend groter dan de de Kleine Manteleeuw en de laatste is ook grijzer van boven en heeft felgele poten.
Hij is een felle en agressieve rover die ook met gemak ander vogels zoals Aalscholvers van hun prooi berooft ( in vogeltermen heet dat een kleptoparasiet) of kleine zeevogels zoals alken, meeuwen of papagaaiduikers eet, die hij in de vlucht vangt. Op het land deinst hij niet terug voor een klein konijn of hij eet afval dan wel aas zoals door het verkeer doodgereden dieren. Op deze foto heeft hij een dode brasem gevonden en is goed te zien hoe groot hij is. Kortom geen lief vriendelijk vogeltje maar een stevige brutale rakker.
Hij leeft voornamelijk aan de kust of langs zoetwater meren in het binnenland. In de winter is hij ook wel te zien in stedelijk gebied waar hij vaak afval eet.


dinsdag 6 november 2012

VOGELMOMENT ROEK


 
Roek, Corvus fuligela, Rook


Deze keer heb ik gekozen voor de Roek Hij wordt veel minder gezien dan de Zwarte Kraai en wordt daar ook veel mee verwisseld. Nu is het ook zo dat de verschillen tussen die twee niet zo groot zijn. Ze zijn ongeveer even groot en even zwart. Het grootste verschil zit in de snavel en het voorhoofd. Bij de Roek is de snavel echt grijs en is het voorhoofd vrij steil. Bij de zwarte Kraai is de snavel zwart en het voorhoofd platter. Bij een snelle observatie valt de grijze snavel echter het meest op. Bij de Roekzijn de poten ook iets meer bevederd,waardoor men wel zegt "De Roek heeft een broek" maar ook dit valt in hetveld nauwelijks op. Ter vergelijking tref je ook een foto van de zwarte Kraai aan.
In Nederland is de Roek zowel een broed- als een jaarvogel. Hij broedt in kolonies en zij maken hun nest hoog in de bomen omgeven door open landschap. Boomgroepen bij boerderijen en dorpen zijn daarom vaak favoriet. Een paartje Roeken blijft over het algemeen hun hele leven bij elkaar.
Hij komt eigenlijk in het gehele land voor behalve in het westen en op de waddeneilanden. Zij fourageren vaak op open terrein zoals akkers en weilanden. Zij eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel zoals insecten ( emelten), regenwormen, slakken, graan, aardappels, maisresten, appels etc. Dit in tegenstelling tot hun familielid "Zwarte Kraai" die nesten leeg haalt en ook jonge vogels eet.
Zij zijn vrij schuw en laten zich niet gemakkelijk benaderen. Zolang je op grote afstand blijft vinden ze het prima, maar als je de auto parkeert in de berm om te fotgraferen zijn ze in de meeste gevallen snel weg. Deze kon ik nog vliegend op de foto krijgen en de zwarte Kraai in de duinen.
De populatie is dalend en tegenwoordig is de Roek beschermd. in het verleden werd hij wel vervolgd in verband met de schade aan de landbouw die hij toebracht.
In het oosten van het land trekken in het najaar veel Roeken door uit Noord en Oost Europa.
In de winter gebruiken zij vaak gezamenlijk slaaplaatsen waar zij samen mat Kauwen en Zwarte Kraaien slapen. De aantallen kunnen dan oplopen tot duizenden exemplaren. Als dat in de buurt van het dorp of boerderij is leidt het wel tot overlast