Zwartbuikwaterspreeuw, Cinclus cinclus cinclus, White-throated Dipp |
Zwartbuikwaterspreeuw in de Amsterdamse Waterleidingduinen |
Op de uitkijk bij een stuw |
Het laatste vogelmoment van dit jaar gaat over de
waterspreeuw. In ons land is hij vrij zeldzaam en alleen te zien tijdens de
winterperiode. Er worden twee ondersoorten onderscheiden namelijk de
roodbuikwaterspreeuw ( britse ondersoort) met een bruinrode rand onder de witte borst en de
zwartbuikwaterspreeuw ( noordelijke variant) met een bruinzwarte rand. De enkele exemplaren die hier overwinteren
zijn afkomstig uit Scandinavië en dus zwartbuikwaterspreeuwen. De roodbuikwaterspreeuw
zie je in Midden Europa en Groot Brittannië. Hij leeft altijd in de buurt van r
snelstromende beken, rivieren en rotsachtige stroomversnellingen. In Europa dus
vooral in Scandinavië en Midden-Europa tot in Zuid België. De enkele exemplaren
die hier overwinteren, kun je aantreffen langs snelstromende beken, riviertjes
en sprengen in het oosten en zuiden van het land. Hij kiest ook wel voor
kunstmatige beken zoals de betonnen beek in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Door
kunstmatig hoogteverschil stroomt die vrij snel en je treft hem daar ook wel
aan bij de kleine stuwen in de andere kanalen omdat het water daar ook snel
stroomt. De foto’s bij dit vogelmoment zijn daar recent gemaakt. Het betreft
altijd maar 1 of 2 exemplaren en dan ook nog niet ieder jaar.
Het is een bijzondere vogel omdat hij wordt gerekend tot
de zangvogels maar eigenlijk ook een echte watervogel is. Hij loopt niet alleen
in het water maar is ook in staat om te duiken en onder water te bewegen,
waarbij hij tegen de sterke stroom in kan zwemmen. Door zijn vleugels tegen de
stoom in te openen kan hij zichzelf onder water houden. Daardoor is hij
uitstekend in staat om waterinsecten en kleine visjes en schaaldiertjes te
vangen, maar hij jaagt ook boven water op libellen en vliegen. Uitrusten doet
hij op een uitstekende steen of boomwortel.
De waterspreeuw is geen trekvogel maar eerder een
standvogel in zijn broedgebied. Enkele exemplaren zwerven na het broedseizoen
wat rond en kunnen dan door sterke oostenwind bij ons belanden.
Hij bouwt een koepelvormig nest in oevervegetatie, in
holen of achter stenen op een plek waar het water sterk in beweging is en veel
ruist. Er zijn zelfs nesten aangetroffen achter watervallen waarbij hij door de
waterval heen moet vliegen om bij het nest te komen. Het nest is verder bekleed
met dorre bladeren. Er worden vijf witte eieren gelegd die in 15 tot 18 dagen
door het vrouwtje worden uitgebroed. Na ongeveer 20 tot 25 dagen kunnen de
jongen vliegen en zijn zij in staat om zich in het snelstromende water te
redden.
Kortom een mooie en bijzonder vogel die we hier helaas
maar heel af en toe zien.
Tot slot wil ik iedereen
fijne feestdagen wensen en een gezond, gelukkig 2018 met veel vogelplezier