Welkom op de vogelblog van Peter van de Beek



Op deze blog plaats ik mijn vogelmomenten.
Dat zijn fotos die ik maak van onze nederlandse vogels en voorzie van een korte eenvoudige toelichting. Het is even een moment om stil te staan bij onze vogels. Je kunt lezen en zien hoe interessant en mooi ze zijn. Daardoor merk je ook dat ze eigenlijk overal om je heen zijn.
Tevens plaats ik informatie over leuke vogelkijkplaatsen.
Ik hoop dat je door deze vogelmomenten bewuster naar vogels gaat kijken
en dat het beginnende vogelaars helpt bij herkenning en kennisontwikkeling.
Als je de vogelmomenten automatisch wilt ontvangen dan kun je je aanmelden met je emailadres.

donderdag 21 maart 2019

VOGELMOMENT BLAUWBORST

Blauwborst, Luscinia svecica, Bluethroat
Foeragerend tussen het riet

Zingend op een rietstengel

Op de uitkijk

Een karakteristiek houding. Zingend op een uitkijkpost

De lente is begonnen en dan komen onze broedvogels weer terug uit hun warme overwinteringsgebieden. In deze periode, waarin de paarvorming plaats vindt zingen zij het meest en laten zij zich goed zien. Het is dus nu de tijd om ze te gaan spotten. Dat geldt dus ook voor de blauwborst. Een van de weinig vogelsoorten die van de rode lijst is geschrapt omdat de aantallen spectaculair zijn toegenomen. In de periode 1983-1985 waren er maximaal 3000 broedparen, terwijl in de laatste Vogelatlas uitgegaan wordt van 14.000 broedparen ( Bron: SOVON). Ze zijn vooral te zien in de lage delen van ons land, de kuststreek en langs de grote rivieren. Voorheen was hij een vogel van moerasgebieden maar hij heeft zijn leefgebied behoorlijk uitgebreid en tegenwoordig zie je hem eigenlijk wel overal in moerassige – en veengebieden, natte natuurontwikkelingsgebieden en duinvalleien. Voorwaarde is dat er voldoende struikgewas is, er loofbomen groeien en genoeg open plekken zijn op de bodem. De aantallen en de broedgebieden zijn toegenomen zodat er meer mogelijkheden zijn om hem waar te nemen. In deze periode zie je ze zingend op een rietstengel of in een opgaande struik of wilg in een rietgebied of op een andere uitkijkpost. Als de jongen uitgevlogen zijn, zijn zij een stuk rustiger.
Zij foerageren op de grond of klauterend tussen de vegetatie en/of rietstengels. Hun voedsel bestaat uit insecten zoals sprinkhanen, muggen, vliegen maar ook wel aangevuld met zaden, bessen en wormen.
Zij arriveren dus medio maart en beginnen in april met broeden en dan leven zij veel meer verborgen. Het nest bestaat uit een kommetje op de grond waarin 5 tot 6 roodgevlekte groene eieren worden gelegd die door het vrouwtje worden uitgebroed in 14 dagen. De jongen kunnen na 14 dagen vliegen. Soms zijn er twee legsels in een seizoen.
Vanaf eind juli tot in september vetrekken zij weer naar hun overwinteringsgebieden.

Iedereen weer bedankt voor de reacties op de vorige blog.

donderdag 7 maart 2019

VOGELMOMENT ZWARTE RUITER

Zwarte ruiter, Tringa erythropus, Spotted Redshank .
juveniel

Zwarte ruiter, volwassen exemplaar

Rustend met een poot ingetrokken

Foeragerend

Even de vleugels uitslaan

Samen foerageren

Deze keer aandacht voor de zwarte ruiter. Een middelgrote steltloper die zijn broedgebied heeft in het hoge Noorden, zoals Finland en Noord/west Rusland. Zij overwinteren in West Afrika, maar een klein aantal overwintert in ons land en andere delen van West-Europa en Groot Brittanniƫ. Die aantallen zijn echter gering. Volgens de laatste Vogelatlas van SOVON gaat het om een kleine 200 exemplaren in ons land. Je krijgt ze dus niet gemakkelijk te zien in de winter. Tijdens de najaarstrek die duurt van juli tot oktober, met een piek in augustus, variƫren de aantallen van 3000 tot 6000 stuks en dan is de kans groter. De vrouwtjes trekken al in juni weg uit de broedgebieden. De juvenielen volgen in juli/augustus. Zij zijn in ons land vooral te zien in het Deltagebied, maar ook in allerlei andere moerasgebieden, waterrijke natuurontwikkelingsgebieden, zoetwaterpoelen en de kwelders langs de waddenzeekust. Het voedsel bestaat uit week- en schaaldieren, visjes en insecten. Ook de zwarte ruiter heeft last van de luchtvervuiling omdat daardoor zijn voedselaanbod terugloopt.
Bij ons zie je hem vooral in zijn winterkleed en dan lijkt hij veel op de Tureluur. Hij is iets groter en heeft langere poten en is wat grijzer. De snavel loopt aan het einde af in een neergebogen puntje. In het broedgebied heeft hij zijn zwarte zomerkleed, maar zo zie je hem bij ons vrijwel niet.
Zij broeden langs meren en moerassen in de toendra´s van het hoge noorden van Europa en West Rusland. De vier zwartgevlekte eieren worden gelegd in een holletje en worden door beide ouders uitgebroed in circa 20 dagen. De jongen vliegen na ongeveer 24 dagen uit.