Judasoor, parasiet op loofbomen, veelal op vlier. Ook op dode takken (necrotoof)
Deze keer weer een blog over paddenstoelen. Het is
tenslotte najaar, alhoewel je ze het gehele jaar kunt zien, maar het najaar is
wel de beste tijd. Ik heb een aantal soorten op de foto gezet die redelijk
algemeen zijn en die je dus overal wel kunt waarnemen. Er is een onderscheid
gemaakt naar de verschillende leefwijzen.
Paddenstoelen zijn in feite vruchtlichamen die groeien
uit een met het blote oog onzichtbaar dradenstelsel wat het mycelium wordt
genoemd en dat op verschillende wijze aan voedsel komt.
Alle paddenstoelen zijn voor wat betreft hun leefwijze te
onderscheiden in:
1. Soorten
die leven op dood organisch materiaal oftewel de sapotrofe soorten en
2. Soorten
die leven op andere levende organismen waarbij weer een onderscheid wordt
gemaakt in:
-
Soorten die parasitair leven, waardoor de gastheer
beschadigd wordt of zelfs afsterft en
-
Soorten die in symbiose leven met hun gastheer,
waarbij sprake is van wederzijds voordeel. De paddenstoel onttrekt het
noodzakelijke voedsel ( koolhydraten) aan de plant of boom en geeft in ruil
water met opgeloste mineralen terug.
In deze blog heb ik van allemaal voorbeelden opgenomen.
Het overzicht begint met een aantal soorten die in symbiose
leven met levende planten en bomen. Je vindt ze altijd vlakbij hun gastheer.
Als eerste de paddenstoel der paddenstoelen, de
vliegenzwam. Hij is dus een parasiet maar leeft in symbiose met berken
en soms dennen.
Ook de aardappelbovist is hiervan een
voorbeeld en is zeer algemeen in bossen, parken en tuinen in de directe
omgeving van loofbomen.
Vervolgens de gele knolameniet. Deze vind je vaak
op droge zandgrond in bossen waar hij samen leeft met loofbomen en soms ook
naaldbomen.
Als vertegenwoordigers van sapotrofe soorten heb ik de
volgende opgenomen.
De parelstuifzwam. Hij is zeer
algemeen en je kunt hem zien in loofbossen maar ook in wegbermen, struiken bij
open weilanden, tuinen etc. Hij leeft dus op dood organisch materiaal.
De grote parasolzwam die je vanaf de
zomer tot in de herfst kunt aantreffen op open gebied zoals weilanden,
wegbermen. Je kunt ze, gelet op hun grootte, niet over het hoofd zien. De
doorsnede van de hoed kan wel 25 cm bedragen.
Vervolgens een heel kleine maar wel zeer algemene
vertegenwoordiger van deze groep, het geweizwammetje.
Ze groeien vaak in groepjes op reeds behoorlijk verrotte boomstronken of
boomstammen en je treft ze overal aan waar maar voldoend verrot hout aanwezig
is. Dat kan dus in bossen zijn maar zeker ook in stedelijk gebied.
Tenslotte nog een aantal parasitair levende soorten
zoals:
De Tonderzwam. Een grote zwam die je
het gehele jaar wel kunt zien op allerlei loofbomen. Zelfs op afgestorven
stronken kan hij nog best lang leven. Dit worden ook wel necotrofe parasieten
genoemd. Zij beginnen hun leven op levend hout maar kunnen dus nog een tijdje
leven als de gastheer is afgestorven.
Het judasoor. Ook dit is een
parasiet die begint op een levend organisme, veelal een vlierstruik, en die nog
een tijdje stand houdt nadat de boom is afgestorven. Hij is zeer algemeen en je
kunt hem het gehele jaar zien.
Iedereen weer bedankt voor de reacties op de vorige blog over de boerenzwaluw.
|
Wat een leuke verrassende blog,inderdaad iets heel anders dan vogels maar zeker net zo leuk. Ook leuk om te lezen waar de verschillende soorten op groeien,zo kun je heel gericht op zoek gaan in het bos.
BeantwoordenVerwijderengroetjes Ghita
Hoi Peter,
BeantwoordenVerwijdereneen leermoment voor mij... Maar wel een leuke!
Prachtige foto's met een leerzame tekst.
Groet, Geert
Hoi Peter,
BeantwoordenVerwijderenLeuk ineens een serie paddenstoelen! Prachtige foto's ook nog eens.
toppie!
Fijn weekend en groetjes,
Maria
Hoi Peter,
BeantwoordenVerwijderenleuk om eens paddenstoelen zwammen bij je te zien >-)
Je hebt een mooie varia en ja, de herfst is de mooiste tijd om ze waar te nemen.
Je informatie is weer interessant en ook heel leerzaam.
Groetjes, Helma